1956

Woningtelling 1956


De ‘Algemene woningtelling’ van 30 juni 1956 bestaat uit 3 delen. De titel van alle drie de delen begint met:

Serie B
Voornaamste regionale gegevens

Gevolgd door de inhoud van het desbetreffende deel:

  • Deel 1 Woningvoorraad en woningbezetting
  • Deel 2 Beroepsbevolking
  • Deel 3 Forensen
Deel 1 Woningvoorraad en woningbezetting
Dit deel bestaat uit begeleidende tekst, een tabel met de voornaamste gegevens per gemeente, bijlagen en cartogrammen. Afgezien van de tabel is dit materiaal verwerkt met optische tekenherkenning (Optical Character Recognition, OCR) en wordt aangeboden in de vorm van PDF-bestanden.

De tabel ‘Voornaamste gegevens per gemeente’ heeft een onderverdeling naar provincie waarbij de plaatsnamen per provincie alfabetisch zijn weergegeven. In de tabel zijn de volgende gegevens terug te vinden: Aard woonverblijf, vertrekken, bouwperiode, overheidssteun, huurverhouding, openbare aansluitingen, bezetting woonverblijven, woonwijze huishoudens, woonwijze alleenstaanden, grootte huishoudens, leeftijd hoofd huishouden, huishoudens met kinderen, aantal kinderen, slaapruimte, bevolking, woningvoorraad, woningbehoefte, woningoverschot -tekort en woningnoodforensen.

Deel 2 Beroepsbevolking
De inleiding bestaat uit 3 delen: I. Algemene opmerkingen. II. De totale beroepsbevolking. En III. De mannelijke agrarische beroepsbevolking in 1956, 1947, 1930. Hierop volgen 3 tabellen en 2 bijlagen.

Tabel 1. Beroepsbevolking in agrarisch en in niet-agrarisch bedrijf, naar positie in het bedrijf en geslacht, per gemeente
De tabel bestaat uit 11 kolommen plus de voorkolom. In de voorkolom staan per provincie alfabetisch de plaatsnamen van de gemeenten. Aan het eind van de tabel worden de provincies bij elkaar opgeteld om tot het totaal voor Nederland te komen. De hoofdkolommen bevatten de volgende gegevens (deze zijn weer opgesplitst in subkolommen): Geslacht, Werkend in agrarisch bedrijf, Werkend in niet-agrarisch bedrijf, Werkende bevolking, Tijdelijk niet werkend en Totale beroepsbevolking.

Tabel 2. Mannelijke hoofden van huishoudens naar sociale groep en inkomensklasse, per gemeente
De tabel bestaat uit 19 kolommen plus de voorkolom. In de voorkolom staan per provincie alfabetisch de plaatsnamen van de gemeenten. Aan het eind van de tabel worden de provincies bij elkaar opgeteld om tot het totaal voor Nederland te komen. De hoofdkolommen bevatten de volgende gegevens (deze zijn weer opgesplitst in subkolommen): Bedrijfshoofden, Vrije beroepen, Employés, Arbeiders, Totaal werkenden, Tijdelijk niet-werkenden, Zonder beroep, Algemeen totaal en Waarvan met inkomen van...

Tabel 3. Enkele verhoudingscijfers per gemeente
De tabel bestaat uit 13 kolommen plus de voorkolom. In de voorkolom staan per provincie alfabetisch de plaatsnamen van de gemeenten. Aan het eind van de tabel worden de provincies bij elkaar opgeteld om tot het totaal voor Nederland te komen. De hoofdkolommen bevatten de volgende gegevens (deze zijn weer opgesplitst in subkolommen): Totale mannelijke beroepsbevolking, Mannelijke hoofden van huishoudens met beroep en Mannelijke hoofden van huishoudens.

Deel 3 Forensen
Dit deel heeft een begeleidende tekst bij de ‘voornaamste uitkomsten van de forensentelling 1956’. En een vergelijking tussen de uitkomsten van 1956 met die van 1947. Vervolgens de tabel met aansluitend bijlagen en een cartogram.

De tabel ‘Voornaamste gegevens betreffende het forensisme, per gemeente’ bestaat uit 24 kolommen plus de voorkolom. In de voorkolom staan per provincie alfabetisch de plaatsnamen van de gemeenten. De hoofdkolommen bevatten de volgende gegevens (deze zijn weer opgesplitst in subkolommen): Woonforensen en Werkforensen. Er zijn geen totalen berekend.

N.B. In de tabellen waar totalen voor Nederland zijn berekend worden niet alleen de 11 provincies van Nederland genoemd maar ook: ‘Noordoostelijke polder’ en ‘Zuidelijke IJsselmeer polders’.


 



Last modified: 06-07-2006 15:23